Afdrukprocessen
Wilt u meer weten over de verschillende printprocessen die vandaag de dag beschikbaar zijn? In deze blogpost leggen we uit hoe boekdruk, diepdruk, doordruk, vlakdruk en digitaal drukken werken en voor welke doeleinden ze geschikt zijn. Of je nu wilt afdrukken op papier, folie, textiel of 3D-objecten, je vindt hier de juiste oplossing!
Afdrukprocessen - soorten en hoe ze werken
Tegenwoordig zijn er talloze verschillende drukprocessen. Van offsetdruk tot digitaal printen, tot boekdruk of 3D-printen - er kan op een grote verscheidenheid aan materialen worden geprint, van de kleinste papieren wenskaart tot een banner voor buitenreclame of zelfs een 3D-model. Niet ieder drukproces is echter geschikt voor het best mogelijke drukresultaat. In deze blogpost leer je over de verschillende printprocessen in het algemeen, hoe ze werken en voor welke toepassingen ze geschikt zijn.
De basis: Wat zijn printprocessen?
Printen of printtechnologie is een proces waarbij drukinkt wordt overgebracht op een substraat. Bij drukprocessen kan onderscheid worden gemaakt tussen analoge en digitale processen. In het eerste geval is een vaste drukplaat nodig om de inkt over te brengen op het te bedrukken medium. Bij digitaal drukken is dit niet nodig, waarbij de drukinformatie elektronisch of digitaal naar de pers wordt gestuurd.
De vier belangrijkste drukprocessen volgens DIN 16500
De norm DIN 16500 maakt onderscheid tussen de volgende vier hoofddrukprocessen: boekdruk, diepdruk, doordruk en vlakdruk. Hieraan wordt digitaal printen toegevoegd. De drukprocessen verschillen in de oppervlaktestructuur van de drukvormen en de bijbehorende vorm van inktoverdracht. Op dezelfde manier wordt er onderscheid gemaakt tussen het type overdracht (direct versus indirect) en de productie van de drukvormen (chemisch, handmatig, elektrostatisch).
1. Boekdruk
Boekdruk behoort tot de analoge drukprocessen. Het werd oorspronkelijk uitgevonden door Johannes Gutenberg in 1450 en is daarmee het oudste drukproces. Het drukken van postzegels was echter in de oudheid al bekend als een vorm van boekdruk. De boekdruk met beweegbare metalen letters die Gutenberg ontwikkelde, bracht een revolutie teweeg in de moderne boekdruk en markeerde het begin van de grafische industrie. Oorspronkelijk omvatte boekdruk het afdrukken van hele tekstregels rechtstreeks op het gedrukte object, maar tegenwoordig is dit complexe proces vervangen door digitaal printen of offsetdruk.
Bij hoogdruk worden de drukelementen zowel haptisch als visueel uit de drukvorm getild, waarbij de te bedrukken vlakken hoger zijn dan de niet te bedrukken vlakken. De te bedrukken gebieden zijn dus verhoogd, terwijl de niet-bedrukkende gebieden verzonken zijn. Boekdruk is een direct drukproces, wat betekent dat de inkt rechtstreeks van de geïnkte drukelementen, die in spiegelbeeld zijn, zonder tussenstap op het substraat wordt overgebracht. De drukvorm kan bestaan uit losse letters, in de vorm van clichés of een combinatie daarvan. Om tijd-, ruimte- en financiële redenen, die relatief hoog zijn bij hoogdruk, wordt het drukproces nu alleen door individuele drukkers voor commerciële doeleinden gebruikt. Het is vooral vertegenwoordigd op artistiek gebied in de vorm van linosnede of houtsnede. Het resultaat van boekdruk wordt meestal gekenmerkt door een knijpmarge en een licht verhoogd drukbeeld op de achterkant van het substraat. Het proces wordt ook gebruikt bij verdere verwerking voor embossing, perforeren en ponsen.
1.1 Flexografisch printen
Flexografisch drukken is een verdere ontwikkeling van de boekdruk en is een rotatiedrukproces. Het is veelzijdig inzetbaar vanwege de flexibele drukvorm, die gemaakt is van rubber of een fotopolymeer. Flexodruk is bovendien elastischer en vereist minder contactdruk dan boekdruk. Het bijzondere aan flexodruk is dat het het enige drukproces is dat door de flexibele drukvorm uitloop- en diktevariaties van het substraat kan compenseren. Zo kan alles worden bedrukt, van dunne folies en alle soorten papier en karton tot ruwe en flexibele materialen en textielstoffen, en kan een zuivere halftoondruk worden gegarandeerd.
2. Diepdruk
Diepdruk is tevens een van de oudste drukprocessen; de oorsprong ervan gaat terug tot de 19e eeuw en is terug te vinden in de kopergravuretechniek. Bij diepdruk als direct drukproces worden de te bedrukken gebieden, ook wel cellen genoemd, verzonken in de drukvorm/metaalplaat, in tegenstelling tot bij hoogdruk. De cellen worden gevormd door graveren, etsen of laseren. Vervolgens wordt de gehele drukvorm geïnkt en wordt het niet-verzonken gedeelte weer inktvrij geschraapt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een rakel, oftewel een metalen band, vandaar dat diepdruk ook wel rakeldruk wordt genoemd. De drukinkt blijft alleen in de cellen achter en wordt door de contactdruk met twee cilinders (drukvorm en drukcilinder) direct op het bedrukte object overgedragen.
Bedrukte producten die zijn vervaardigd via het diepdrukproces zijn te herkennen aan het verhoogde gedeelte op de achterkant van het papier. Het verhoogde gebied is het resultaat van het printen in het vochtige papier, waardoor een plaatrand ontstaat die zich op zijn beurt in het papier drukt. De gemaakte afdrukken moeten vervolgens een bepaalde tijd drogen, waarbij ze enigszins krimpen. Dit leidt soms tot maatverschillen van één tot twee procent.
In de industriële sector heeft diepdruk de voorkeur omdat het geschikt is voor het maken van grote oplages. Met diepdruk of rotatiedruk kunnen bijvoorbeeld tot 60.000 afdrukken in één uur worden geproduceerd. Bij deze drukprocessen wordt cilinder tegen cilinder geprint, wat betekent dat de drukvormen niet uit platen bestaan.
2.1 Tampondruk
Tampondruk is een bijzondere vorm van diepdruk en bestaat sinds 1968. Het wordt ook wel indirect diepdruk genoemd. Net als bij het oorspronkelijke proces wordt de inkt in een verzonken drukvorm gevuld en vervolgens afgeschraapt. De inkt wordt vervolgens opgenomen door een flexibel kussentje, gemaakt van siliconenrubber, en vrijwel zonder verlies op het printmateriaal aangebracht.
Tampondruk heeft verschillende voordelen. Het is ook geschikt voor het printen op niet-vlakke objecten en de afgedrukte afbeeldingen kunnen met een hoog detailniveau worden ontworpen. Tampondruk wordt vooral gebruikt als drukproces in de reclamebranche, voor het bedrukken van speelgoed of in de medische sector zoals voor spuiten. Het wordt ook gebruikt in de auto-industrie of voor het bedrukken van serviesgoed. Vanaf 1.000 exemplaren is het drukproces rendabel, maar ook oplagen van 6.000 tot 3.000.000 zijn mogelijk. Een pad moet echter elke 100.000 stuks vervangen worden.
3. Door middel van printen
Through-printen is een universeel drukproces. De inkt wordt via uitsparingen in een zeef of textielweefsel op het geprinte object aangebracht. Hiervoor wordt het scherm- of textieldoek in een frame gespannen. Een zogenaamde rubberen rakel (elastomeer) drukt de inkt tegen de uitsparing. Als bepaalde gebieden niet bedrukt moeten worden, worden deze bedekt met een stencil. Het voordeel van doordrukken is dat de techniek onafhankelijk is van de aard van het bedrukte object. Het kleurresultaat is afhankelijk van de structuur, fijnheid en elasticiteit van de stof. Hierdoor is het mogelijk om op een grote verscheidenheid aan printobjecten te printen.
Through-printing wordt vooral gebruikt voor het printen op plastic, drukgevoelige of inflexibele voorwerpen, zoals flessen. Maar ook reclamebanners, stickers, tassen of serviesgoed en textiel kunnen worden bedrukt.
3.1 Zeefdruk
Zeefdruk is een bijzondere vorm van doordrukken en wordt vooral gebruikt voor moeilijk bedrukbare voorwerpen. De drukinkt wordt met behulp van een rubberen rakel door een fijnmazig weefsel op het bedrukte object gedrukt. Niet te bedrukken delen worden afgedekt met een stencil en daarmee ondoordringbaar voor inkt gemaakt. Zeefdruk wordt vooral gebruikt voor textieldruk en signdruk. Hout, keramiek, glas, metaal en stoffen kunnen allemaal bedrukt worden.
4. Planografisch afdrukken
Het bijzondere aan vlakdruk is dat zowel de te bedrukken als de niet te bedrukken vlakken vrijwel op hetzelfde niveau liggen, waardoor er geen hoogteverschil ontstaat. Planografisch drukwerk is gebaseerd op het lithografisch drukproces (direct drukproces) en heeft zich ontwikkeld tot een indirect drukproces. Het vlakdrukproces is gebaseerd op het afstotingsprincipe van water en vet, dat wordt gebruikt voor inktoverdracht. Het drukblok/inktdrager is chemisch voorbehandeld - de vettige inkt hecht aan vettige oppervlakken, maar wordt afgestoten door de waterhoudende oppervlakken. Een cilinder die op een rubberen deken is gespannen, brengt de te printen gebieden indirect over op het bedrukte object. Flatbedprinten maakt het gebruik van meerdere kleuren en ook dubbelzijdig printen mogelijk binnen één drukproces.
4.1 Offsetdruk
Offsetdruk is tegenwoordig het meest voorkomende vlakdrukproces ter wereld. De drukplaat, die op een cilinder is gemonteerd, komt niet in contact met het druksubstraat. In plaats daarvan wordt de inkt eerst overgebracht naar de afdrukcilinder en van daaruit naar het substraat. Overeenkomstige machines voor offsetdruk bestaan als vellen- en rotatiepersen (heatset of coldset).
5. Digitaal printen
Sinds 1990 heeft digitaal printen de markt veroverd, wat niet verwonderlijk is omdat er nauwelijks concurrentie is, vooral als het om kleine oplagen gaat. Voor digitaal printen is geen fysiek vast printlichaam nodig waarop de inkt wordt aangebracht, dus er zijn geen voorbereidende werkzaamheden of benodigde apparatuur nodig. Zo is het mogelijk om met weinig moeite zelfs de kleinste oplages van één exemplaar te realiseren met digitaal printen.
5.1 Het laserprintproces
Laserprinten is een vorm van digitaal printen en wordt ook wel elektrofotografisch printen genoemd. Als er een kopie gemaakt moet worden, wordt een elektrisch negatief geladen rol onder invloed van licht (laser of LED) gedeeltelijk ontladen. De positief geladen toner, dat wil zeggen stoffijn poeder, wordt vervolgens aangetrokken door de resterende lading en op een papier getrokken dat ook elektrisch geladen is. Het poeder, of beter gezegd de microscopisch kleine pigmenten bedekt met plastic, worden gesmolten en door hitte en druk opengeperst en zo op hun plaats gefixeerd.
5.2 Inkjet-/injectieprinten
Bij inkjetprinten worden kleine druppeltjes inkt op het papier aangebracht. Dit kan worden gedaan door verwarming of door een spanning aan te leggen op keramische piëzokristallen. De kleuren die in het CMYK-spectrum worden gebruikt, zijn echter meestal niet watervast of lichtecht.
print24 - wij printen uw gewenste object
Bij print24 heeft u de mogelijkheid om een grote verscheidenheid aan bedrukte producten te laten maken. Wij bieden u de mogelijkheid om verschillende printproducten te bedrukken, zoals etiketten, brochures, boeken, flyers of insteekhoezen en nog veel meer. Ook uw reclametechniek kunt u bij ons laten bedrukken, van backlightfolies en beachflags tot roll-ups en beurswanden. Of het nu gaat om grootformaatproducten, gastronomieproducten, fotoproducten of textielbedrukking - ontdek op onze site uw vrijwel onbeperkte mogelijkheden!